Straten vernoemen naar nog in leven zijnde personen is in ons land taboe, behalve voor leden van het koninklijk huis. Of voetballers. Bert van Marwijk heeft een plein in Deventer. Piet Fransen (GVAV/FC Groningen, Feyenoord) kreeg bij leven een straat in Groningen.

Johan Cruijffbrug - Foto: Ron Monsees
Finales
Ook een aantal springlevende Ajacieden werd bedeeld met een vernoeming in en rond de wijk Park De Meer op het oude Ajaxterrein. Dat is nog net Amsterdam, tegenover de wijk Betondorp waar Cruijff zich aandiende om aan de overkant van de straat één van de beste voetballers ooit te worden. Als je Park De Meer binnenrijdt, zie je gelijk op de zijkant van een flat een enorme afbeelding van hem. Tot ongenoegen van velen in de buurt is hij geschilderd in een Oranjetenue en niet in een Ajaxshirt. Zit wat in op deze plek. Iets verderop tref je ook de Johan Cruijffbrug.
Park De Meer ligt in de Watergraafsmeer. Een wijk, een polder bovendien, die schommelt tussen bravoure en alledaagsheid, tussen mythisch en onbestemd, tussen bluffen en blaffen. Een echte Ajaxwijk dus. De club is traditioneel een groot reservoir van mensen die voldoende vervuld zijn van zichzelf om zich minstens straatnaamwaardig te vinden. Maar de straatnamen in Park de Meer zijn vergeven aan stadions waar Ajax ooit triomfen vierde.
Â
Wel heeft het toenmalige stadsdeel Oost-Watergraafsmeer in 2005 in het waterrijke gebied op en rond het oude Ajaxterrein vijftien bruggen vernoemd. Je kwam in aanmerking voor zo’n brug als je met Ajax een Europa Cup hebt gewonnen in 1971, 1972 of (maar grotendeels en, de opstelling was drie keer vrijwel hetzelfde) 1973. Dat staat op de bordjes bij de finalebruggen van respectievelijk Sjaak Swart, Arie Haan, Johan Neeskens, Horst Blankenburg, Ruud Krol, Johnny Rep en Heinz Stuy, die nog leven. Wij gedenken Gerrie Mühren, Barry Hulshoff, Wim Suurbier, Piet Keizer en Johan Cruijff, die in 2005 nog wel onder ons waren. En, opdat wij niet vergeten, de in 2005 al overleden Dick van Dijk en Velibor Vasović.
Wel vergeten was Nico Rijnders, die in 1971 na één helft gewisseld werd vanwege benauwdheid, een voorbode van zijn overlijden aan hartproblemen in 1976. Hij heeft 15 jaar later toch nog een brug gekregen. De brug blijkt tijdens de expeditie door de auteur en fotograaf, door weelderig groen langs de Ring van Amsterdam, in eerste instantie onvindbaar. Later blijken we er wel degelijk overheen gelopen te zijn, maar men is opnieuw wat vergeten: het naambordje …
Â

Sjaak Swartbrug - Foto: Ron Monsees
Krokettenbaas
Sommige spelers openden de eigen brug op de hen kenmerkende wijze. Barry Hulshoff hard en gericht koppend, Johan Neeskens poeierde een bal over voorheen Brug 2237, Gerrie Mühren hield een balletje hoog terwijl hij over zijn brug wandelde, Piet Keizer had zijn kleinzoon gestuurd. Sjaak Swart kreeg ook een brug, ondanks dat hij niet van onbesproken gedrag is. Hij werd in 1971 in de rust gewisseld en wilde na afloop niet gefeliciteerd worden. Voor de finale van 1973 werd hij gepasseerd voor Rep, en het is de vraag of hij daar ooit overheen is gekomen. Altijd wat.
Â
Bij de Sjaak Swartbrug om de hoek, in de Jaap Edenhal, waren ooit verzekeringsexamens. Ik was surveillant, dat is streng om je heen kijken en bij de lunch kroketten eten. Bij examens hoort het stil te zijn, dat helpt bij het nadenken. Dat was het ook, totdat een uurtje voor de lunch iemand het restaurant boven de zaal in kwam. Hij liep de hele tijd hard te schreeuwen. Het was de krokettenbaas. Het begon te irriteren. Iemand van de examenleiding ging er op af. Na een paar minuten kwam hij terug.
‘Het is Sjaak Swart.’
Iedereen had na deze mededeling de ernst van de situatie onmiddellijk in de gaten. Het was zoiets als dat je bij een vulkaanuitbarsting zegt: ‘Het is de Etna’ of bij een overstroming: ‘Het is de Maas’. Sjaak Swart is een verschijnsel waar niets tegen te doen is. En dan geven ze hem een brug waar je maar met één auto tegelijk overheen kan.
Â
Rinus Michelsbrug
Dan het drama Michels, coach in de finale van 1971. Hij was in beeld om de brug in de ring van Amsterdam bij Diemen met zijn naam nog groter maken. De brug sluit Amsterdam en tevens de Middenweg af, die (de straatnaam voorspelt het al) middelt tussen voorheen het stadion, nu Park De Meer, en aan de andere kant Betondorp.
Â
Er zat symboliek achter juist deze naamgeving. Michels ‘was de verbinder’ volgens het stadsdeel, daar paste de grote brug bij tussen de broedergemeenten Amsterdam en Diemen. Michels was net voor zijn overlijden in maart 2005 op de hoogte gesteld van het voornemen Viaduct Middenweg om te dopen en was er zeer content mee. Maar het was… een brug te ver (sorry, moet even). Rijkswaterstaat gaat over die brug. Die doen daar niet aan, bruggen vernoemen naar levende mensen en, nog meer gekkigheid, naar voetballers. Iets verderop werd het wat anders. Wellicht ben je Amsterdam ooit in of uit gereden over de Rinus Michelsbrug. Zonder dat te beseffen waarschijnlijk, want de brug is niet als zodanig herkenbaar. Het is dat er op dit deel van de Middenweg twee bordjes hangen, anders was de ‘brug’ waarschijnlijk onopgemerkt gebleven. De brug overdekt bij Betondorp de Tweede Molenwetering, een breed uitgevallen sloot. Een ‘brug’ die er, in tegenstelling tot de spelersbruggen in Park De Meer, al sinds de jaren twintig was, in de stijl van de Amsterdamse School van architect Piet Kramer. Niet zijn meest geslaagde constructie. De balustrades zijn sober zonder de voor Kramers bruggen kenmerkende beelden. De ‘brug’ zelf, voorheen Ongenummerde duiker, is er met Michels’ naam wel op vooruit gegaan. Michels heeft overigens ook een laan gekregen in Amsterdam-West.
Â
Dat Michels’ opvolger, de Roemeen Ștefan Kovács die, niet zoals Michels één keer, maar twee keer de Europa Cup won, niet geëerd is met een brug, is op zijn minst merkwaardig. Ons voorstel: de brug tegenover de Rinus Michelsbrug, op de hoek van de Zaaiersweg, wordt de Ștefan Kovácsbrug.

Voorstel Ștefan Kovácsbrug - Foto: Ron Monsees
Â
De hand van Stuy
De aanvoerder in de finale van 1971 was de (toen nog) Joegoslaaf Velibor Vasović. Hij wilde de winstpremie eerst niet hebben, maar ging onder druk akkoord, om het geld vervolgens aan zijn broer te geven, een matig betaalde leraar. Velibor Vasović gaf postuum zijn naam aan een fietsbrug over de ringweg, die symboliseert wat hij was als voetballer en als persoon: degelijk, betrouwbaar en nuttig. De Velibor Vasovićbrug verzorgt in tegenstelling tot de Rinus Michelsbrug wel de verbinding met Diemen.
Â
Net als de bruggen van Michels en Vasović staan die van Johnny Rep en Heinz Stuy niet in Park De Meer, maar net daarbuiten. Rep lijkt zijn positie als buitenspeler daarmee te bevestigen. Ook voor Stuy is het symbolisch. Hij heeft nooit in Amsterdam gewoond, maar in de buurt, in IJmuiden (hij kwam van de toenmalige eredivisieclub Telstar). Stuy heeft zich tamelijk overtuigend gekwalificeerd voor zijn brug en dat ga je weten ook als je hem een hand geeft: met duim en wijsvinger tegen elkaar die een 0 uitbeelden en met drie vingers gestrekt ernaast: ‘Drie Europa Cup finales, 0 doelpunten tegen!’ Dat heeft niemand hem nog nagedaan. En zijn finalebrug is net zo robuust als de man zelf: van steen. De rest van zijn succesvolle Ajax-generatie moet het met vooral houten versies doen. Ajaxbruggen hebben veel onderhoud nodig.