Nino de Leeuw had het talent om een grote judoka te worden. Toch werd het voetbal, waar zijn passie lag. In Nederland bleek er geen interesse en dus vertrok hij op zijn twintigste richting het buitenland. Italië zou het land worden waar hij zou gaan spelen, maar doordat de club zich had verkeken op het aantrekken van buitenlandse spelers, ging de transfer niet door. Na een korte periode bij Athlone Town in Ierland verkaste Nino naar Club Deportive Arnedo in Spanje. ‘Een geweldige tijd!’ Corona gooide roet in het eten; de competitie lag stil en het land ging op slot. Nino ging aan de slag bij VV GOES, maar kreeg te maken met long covid. De club wilde van hem af en via een goede vriend werd een avontuur op Bonaire geregeld.

Uit: Welkom in de voetbaljungle - Peter Möhlmann
‘Het pleintje in de buurt, daar was ik eigenlijk altijd te vinden, samen met mijn broertje Milano. We voetbalden daar van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Voetbal had altijd wel mijn interesse, maar op jonge leeftijd ging mijn voorkeur toch uit naar judo. Op mijn twaalfde had ik de blauwe band en wilde ik voor bruin en zwart gaan. Helaas was ik nog erg jong en had ik niet de goede bandkleur om toernooien te judoën. Hierdoor moest ik stoppen met judo en heb ik de keuze gemaakt om te gaan voetballen. Ik werd aangemeld bij Full Speed in Delft, de club waar mijn vader ook speelde. In de paar seizoenen dat ik daar heb gespeeld scoorde ik meer dan honderd doelpunten. Daarna ben ik overgestapt naar Vitesse Delft. Ik kende daar al een aantal jongens en de voorzitter was een goede kennis van mijn ouders. We speelden op dat moment Hoofdklasse landelijk. Ik ging door met scoren; de teller stond elk seizoen op minimaal twintig, en soms wel veertig doelpunten. Als eerstejaars A-junior werd ik doorgeschoven naar de eerste selectie.
Ik wilde graag een stap maken richting een profclub in Nederland, maar er bleek geen interesse. In 2017 mocht ik wel op stage bij Hibernians FC op Malta. De club speelde op dat moment in de voorbereiding op de Champions League. Een week lang mocht ik meetrainen; een training bestond vooral uit loopoefeningen, en ze deden weinig met de bal. Na een week kon ik mijn stage verlengen, maar de verblijfkosten zouden dan voor mijn rekening zijn. De club trok bovendien een andere speler aan voor mijn positie, en ik besloot terug te keren naar Nederland.
Een paar maanden later ontving ik via LinkedIn een bericht uit Italië. Olympia Agnonese uit de Serie D had interesse. Zij hadden lucht gekregen van mijn ambities en mijn stage op Malta. In hun ogen was ik de speler die ze op dat moment nodig hadden. Een vliegticket was dan ook snel geregeld, en ik vloog samen met mijn broertje naar Napels in Italië. Op het vliegveld stond een Italiaan ons op te wachten. Hij sprak geen Engels, dus met veel gebaren begrepen we dat hij ons mee zou nemen. Ook stapte er nog een andere jongen in. Ik ging ervan uit dat dit ook een speler zou zijn die naar de club moest.
De rit duurde erg lang. Ik heb de hele stad en een groot stuk van het binnenland gezien. Bij een verlaten treinstation stopte de man. De jongen die met ons meereed, werd afgezet met een grote tas. Zonder ook maar iets te zeggen, werd de reis weer voortgezet. Na ruim tweeënhalf uur kwamen we aan bij een spookachtig benzinestation in een verlaten omgeving. Daar stonden een paar mannen op ons te wachten. De bestuurder stapte uit en de auto werd weer volgetankt. Een andere man stelde zich in het Italiaans aan ons voor en ging achter het stuur zitten. Het was alsof we in een slechte film waren beland. De mannen om ons heen leken op garagemedewerkers, maar volgens mij waren ze dit niet. De nieuwe bestuurder bracht ons naar een stadje, waar we stopten bij een autodealer. In een soort achterkamer zat de president van de club, samen met zijn vrouw en nog enkele mannen, op ons te wachten. We maakten kennis en ik tekende mijn contract. Ondanks dat de situatie heel duister voelde, heb ik eigenlijk geen moment getwijfeld om te tekenen. Mijn doel was om een professioneel contract te tekenen en dat kon bij deze club.
Ondertussen werden er foto’s gemaakt, zodat de club het nieuws direct met de achterban kon delen. We vertrokken met een andere auto naar de stad, waar we een hotelkamer kregen. Eenmaal aangekomen bij het hotel ontdekten we dat er, behalve het personeel, verder helemaal geen gasten verbleven. We hadden het hele gebouw dus voor onszelf. We kregen de mooiste kamer, hadden een jacuzzi en konden alles bestellen wat we maar wilden. Op dat moment was ik wel blij dat mijn broertje erbij was. Als ik het verhaal nu aan iemand vertel, gelooft niemand mij; gelukkig kan hij het dan bevestigen.
De volgende dag stond een kennismaking met de club op het programma. We werden opgehaald en na een sightseeingtour door Agnone reden we door naar de club. De supporters hadden mijn komst via verschillende kanalen meegekregen en overal hingen spandoeken met mijn naam erop. We dronken onderweg koffie in rare tentjes waar zelfs de politie nog even binnenkwam om kennis te maken. In de avond gingen we uit eten in een soort kantine; daar heb ik kennisgemaakt met mijn teamgenoten.
Na twee dagen vertrokken we weer naar Nederland. Alles leek geregeld: de club zou mij inschrijven en ik zou snel weer terugvliegen om aan te sluiten bij de selectie. Na een paar weken had ik nog steeds niets gehoord. Uiteindelijk moest ik via via horen dat de Italiaanse voetbalbond geen groen licht had gegeven, omdat de club geen buitenlandse spelers mocht contracteren. Bizar, maar hierdoor ging het avontuur dus niet door. Ik zocht contact met mijn contactpersoon bij de club, maar hij vertelde dat hij van niets wist. Ik mailde de president, die aangaf dat ik geduld moest hebben; het had even tijd nodig. Voor mij was het toen wel klaar. Ik heb het hoofdstuk Italië toen maar afgesloten.
Een mooie kans ging dus aan mij voorbij. Ik besloot actief op zoek te gaan naar een nieuwe club. Bij VC Poederlee uit België mocht ik meetrainen om mijn conditie op peil te houden. In februari 2018 ontstond er belangstelling vanuit Ierland. De hoofdtrainer van Athlone Town benaderde mij via LinkedIn, en vroeg of ik interesse had om eens te praten. De dagen daarna belden we regelmatig met elkaar, en hoewel ik nog nooit in Ierland was geweest, besloot ik de kans te pakken.
Ik tekende voor een half jaar bij Athlone Town. Ik kreeg een kamer in een hostel midden in het centrum van Dublin. Toch had ik het er niet naar mijn zin; het was er ijskoud en omdat ik geen eigen vervoer had, moest ik alles te voet doen. De club lag ver buiten het centrum, dus de afstanden waren behoorlijk. Gelukkig kon ik meerijden met onze assistent-trainer.
Na jaren op het hoogste niveau te hebben gespeeld, speelt de club tegenwoordig een niveau lager. Het stadion is prima, maar de kleedkamers, het krachthonk en de sportschool zien er niet uit. Ze zijn enorm gedateerd en dus niet van deze tijd. Het gaat puur om het voetbal; dat staat op één. Wedstrijden werden op verschrikkelijke velden gespeeld, ook bij andere clubs, om maar te zwijgen over de kleedkamers. Vaak waren ze te klein en moest een aantal jongens zich buiten omkleden; niet de ideale voorbereiding dus. Soms moest je dan nog een heel eind lopen om vervolgens op een ‘verlaten weiland’ met een kapotte omheining te spelen. In de wintermaanden waren de velden bevroren. In Nederland zou zo’n wedstrijd dan worden afgelast, maar in Ierland doen ze niet zo moeilijk. Het nadeel van zo’n veld is dat je als spits de bal niet vaak krijgt aangespeeld. En als je ‘m dan krijgt, is het lastig om de bal snel onder controle te krijgen. Al snel kwam ik tot de conclusie dat het niveau behoorlijk laag lag.
De trainingen waren intensief en vooral gericht op fysiek. Ik kreeg elke wedstrijd de opdracht om duels te winnen en ‘oorlog’ te maken. Dit paste niet echt bij mijn eigen speelstijl, maar ik speelde in het teambelang. Het voetbal was gebaseerd het Kick and Rush-principe met veel lange ballen naar voren.
In de stad was ik veel alleen. Ik kende buiten mijn teamgenoten verder niemand, en zat niet lekker op mijn plek. Regelmatig belde ik met mijn ouders, en ik heb uiteindelijk de knoop doorgehakt om na het eerste seizoen in 2019 te vertrekken.
Een tussenjaar volgde; ik hield mijn conditie op peil bij Willem Berkien, oud-jeugdtrainer van Feyenoord. Ik wilde graag in Nederland aan de bak, maar dit bleek toch lastiger dan gedacht. Ondertussen was het alweer 2020, en vanuit het niets kreeg ik een telefoontje van een Spaanse zaakwaarnemer. Ik kon op stage bij CF La Solana, een club uit de Tercera Division.
Samen met mijn moeder ben ik toen naar Spanje vertrokken. La Solana is een groot dorp met zo’n 15.000 inwoners. Het ligt vlak bij Alicante, in het zuidoosten van Spanje. Op het moment van aankomst was het er ijskoud, en we zaten daar echt in de middle of nowhere; dat had ik me toch iets anders voorgesteld.
De club zag er prima uit; het trainingsniveau was goed, maar het niveau van mijn teamgenoten lag laag. De stage verliep prima, en ik ging ervan uit dat ik zou gaan tekenen. De club vroeg een gesprek aan; ze vertelden mij dat ze niet zeker wisten of ze het beschikbare budget wilden uitgeven aan een extra spits, of dat ze toch een middenvelder of verdediger aan de selectie wilden toevoegen. Ik zag de bui al hangen, en teleurgesteld besloot ik mijn spullen te pakken.
Op de terugweg naar Nederland kreeg ik telefoon uit Duitsland. Het was de directeur van TV Askania Bernburg, een club uit de Oberliga in Duitsland. Hij had interesse, en vroeg of ik open stond voor een gesprek. Diezelfde week ben ik naar Duitsland gereden.
Eenmaal aangekomen bij de club, het was al laat in de avond, ontmoette ik de directeur en werd ik voorgesteld aan de andere spelers. Ook had ik een kort gesprek met de hoofdtrainer. Hij vertelde mij dat we de dag daarop zouden tekenen, aangezien het al laat in de avond was. Natuurlijk begreep ik dit, en na zo’n lange reis vond ik het ook wel fijn om eerst te gaan slapen. Mijn appartement, dat ik deelde met twee Grieken en een Pool, stond midden in de stad. Het waren topgozers! We hadden allemaal onze eigen kamer. Het was een behoorlijk ruim appartement, dus dat was prima geregeld.
De volgende dag zouden we alle vier – de twee Grieken, de Pool en ik – ons contract tekenen. Ook hadden we onze eerste training. Al snel had ik door het niveau veel lager was dan ik gewend was. Ik kon dus gemakkelijk meekomen, en ging er dan ook van uit dat het contract wel goed zou zitten. Na afloop van de training gingen we op zoek naar de directeur, maar die was er niet. We stuurden hem een appje met de vraag hoe het nu zat. Hij reageerde vrij snel met het bericht dat het tekenmoment na de oefenwedstrijd op de volgende dag zou zijn. Met een raar gevoel zijn we toen maar huiswaarts gegaan.
De wedstrijd wisten we met 7-1 te winnen. Ik speelde de tweede helft, gaf een assist en maakte een heel mooie goal. Het voelde fantastisch om na een agressieve doelpunttune mijn naam in het Duits te horen. Na de wedstrijd was de directeur niet aanwezig, en dus gingen we maar weer naar ons appartement. Ondertussen waren we al een aantal dagen en trainingen verder, en begonnen we ons toch wel af te vragen of het goed zou komen. We kregen steeds meer het gevoel dat er iets aan de hand was. We appten de directeur nog maar eens, en weer reageerde hij dat het snel zou gaan gebeuren. Ik geloofde het niet meer; ik besloot mijn spullen te pakken en naar Nederland terug te reizen. Ook de Pool vertrok naar zijn geboorteland. Voor de twee Grieken lag de situatie anders: die hadden geen geld meer om een ticket naar huis te kunnen kopen. Ze besloten eerst naar een andere Duitse stad te gaan; daar kenden ze mensen bij wie ze tijdelijk aan het werk konden om een ticket te verdienen. We hielden contact, en achteraf hoorde ik dat zij half Duitsland zijn doorgereisd om een baantje te vinden. Ik vond het één van de vervelendste dingen die ik heb meegemaakt, en dan met name vanwege de manier waarop de club met mensen omging. Van de club heb ik nooit iets meer gehoord. Bizar eigenlijk!
Na deze zoveelste teleurstelling wilde ik alsnog snel op zoek naar een nieuwe club. Ik kwam in contact met een Spaanse spelersmakelaar. Die vroeg me of ik het zag zitten om een aantal keer mee te trainen bij een club uit Spanje. Het bleek te gaan om Club Deportivo Arnedo (op dat moment spelend op het vierde niveau in Spanje). Ik kreeg een mooi aanbod, en omdat Spanje mijn droomland was om te mogen voetballen, was de keuze snel gemaakt. In de zomer van 2020 ben ik naar Spanje gereden. Omdat Covid steeds meer opkwam en er veel haken en ogen zaten aan het vliegverkeer, wilde ik zeker zijn dat ik bij een eventuele lockdown terug zou kunnen naar Nederland. Van tevoren had ik mijn contract al ontvangen. Dit zag er goed uit, en ik kreeg een mooi appartement tot mijn beschikking in de omgeving van Logroñés, een grote stad in het noorden van het land.
Ondanks het feit dat Covid ook in die regio steeds meer oprukte, voelde het op de een of andere manier toch relaxed. Iedereen droeg een mondmasker, maar de eerste weken gingen we bijna elke avond met elkaar uit eten. Het eten was goed betaalbaar, en we konden vrijwel overal terecht. Maar na twee weken ging het land toch op slot. Dit betekende dat iedereen binnen moest blijven en bij hoge uitzondering even de deur uit mocht. Voor ons gold gelukkig een uitzondering, omdat we moesten trainen. De stad was omgetoverd tot een spookstad waar niemand op straat liep. Dit had natuurlijk ook invloed op mijn daginvulling. Ik trainde, en hing de rest van de dag rond in mijn appartement. Dit huurde ik van een Spaanse vrouw, Merche Royo, met wie ik redelijk veel contact had. Zij heeft mij ook geholpen om me de Spaanse taal eigen te maken. Als ik iets wilde weten of nodig had, hoefde ik het haar maar te vragen.
Ik had getekend voor één seizoen, maar speelde slechts een half jaar. Door de lockdown kampte de club met financiële problemen; hierdoor kregen we salaris of wedstrijdbonussen niet, of niet op tijd, uitbetaald. Onderling heb je het daar wel over. De winterstop naderde, en ik besloot om het gesprek met het bestuur aan te gaan. Mijn vaste lasten liepen namelijk wel gewoon door, en de bodem van mijn reserves kwam al in zicht. Het gesprek verliep helaas niet goed: weer kreeg ik te horen dat ik nog even moest wachten.
De ontevredenheid binnen de selectie nam toe, en daar kreeg de fysio ook lucht van. Hij vertelde ons dat hij al twee jaar geen loon had gekregen. Voor mij was dat de druppel om knopen door te hakken. Ik legde de situatie voor aan Merche, van wie ik mijn appartement huurde. Ze was heel resoluut: ‘Pak je spullen en ga zo snel mogelijk terug naar Nederland. Het land gaat straks weer op slot. De grenzen gaan dicht, en dan kun je geen kant meer op. Je hebt nu geen inkomen, en dan ook niet. Ik heb namelijk geen idee hoelang de grenzen dicht zullen blijven!’ Dat was duidelijke taal, en ik nam contact op met de VVCS, de spelersvakbond in Nederland. Zij adviseerden mij om documenten aan te leveren en mijn spullen te pakken. Binnen twee dagen ben ik naar Nederland gereden. Ook veel van mijn teamgenoten vertrokken. Een week later belde Merche. Ze vertelde dat ik een goede keuze had gemaakt: het land zat op slot. Ik bedankte haar en kon de feestdagen met mijn familie doorbrengen.
Mijn avontuur in Spanje voelt heel dubbel. Ik heb veel in isolatie gezeten, maar de club was wel waarnaar ik op dat moment op zoek was. We hadden een goed team, en de beleving, de cultuur en de wedstrijden waren geweldig. En het niveau was hoog: op dit niveau speelden veel jongens die uit de jeugdopleiding van grote Spaanse clubs kwamen. Veel spelers zouden in Nederland prima meekunnen in de Keuken Kampioen Divisie. Ondanks dat onze trainer erg verdedigend speelde, heb ik het bij de club prima naar mijn zin gehad, ook omdat het voetbal heel erg leeft in Spanje. Zowel bij thuis- als uitwedstrijden hingen er vlaggen in het dorp om de club te steunen. Mensen leven voor het voetbal en van wedstrijd naar wedstrijd. De waardering richting spelers is groot, en tijdens de wedstrijden voelde ik dat we een twaalfde man achter ons hadden staan! Dit gaf toch wel extra motivatie om wedstrijden te willen winnen.
Waarvan ik echt heb genoten, was dat mijn grootste fans, de neefjes van Merche, mij wekelijks uitnodigden om te komen eten. Dan speelden we FIFA op de Playstation of gingen we een balletje trappen in het park. Dat dit zo veel voor hen betekende, had ik nooit verwacht. Overal werden foto’s en filmpjes van gemaakt, terwijl het voor mij als redelijk nuchter persoon een kleine moeite was om hen gezelschap te houden. Bij mijn vertrek uit Spanje heb ik hun mijn voetbalschoenen met handtekening gegeven. We hebben nog regelmatig contact via social media. Het was voor mij erg fijn dat ik mensen om me heen had. Het gaf me naast gezelschap ook veel steun in deze periode.
In de zomer van 2021 trainde ik mee bij Team VVCS om mijn conditie op peil te houden. In augustus kwam KFC Esperanza Pelt op mijn pad, een club op het tweede niveau in België. Ze wilden mij graag hebben. Na wikken en wegen besloot ik dat het een goede kans zou zijn om in mijzelf te investeren en via deze club een stap hogerop te kunnen maken. De gesprekken verliepen goed, en ik mocht meetrainen met de reserveploeg. De trainer gaf aan erg geïnteresseerd te zijn in mijn diensten, en we kwamen snel tot een akkoord. Er zou een reserveploeg worden samengesteld waarin jonge jongens ervaring konden opdoen om naar het eerste elftal door te stromen. Dit klonk natuurlijk perfect, helemaal omdat de trainer aangaf dat ik ook zeker minuten in het eerste elftal zou gaan maken.
Vol enthousiasme ging ik de eerste trainingsweek in. Aan het eind van de week werden we bij elkaar geroepen in de kleedkamer. De club vertelde ons dat ze het jeugdteam uit de competitie hadden gehaald, en hierdoor de reserveploeg wilden inzetten voor eigen spelers uit de jeugd. Het kwam er dus op neer dat de nieuwe spelers die net waren aangetrokken, op zoek konden naar een nieuwe club. Een behoorlijke domper! Gelukkig had ik al enkele connecties in België; één daarvan was de trainer van GT Kolonie Lommel. Aangezien ik al was ingeschreven was bij de club, werd ik uitgeleend aan Lommel. Hier heb ik tot de winterstop mijn conditie op peil gehouden.
Ondertussen besloot ik verder rond te kijken; ik informeerde bij ADO Den Haag of ik daar op amateurbasis aan de slag kon. De vooruitzichten leken goed, maar uiteindelijk liep het op niets uit. Ik wilde me weer ergens in de kijker spelen, maar omdat er geen clubs kwamen, besloot ik voor mezelf te gaan trainen. Een kennis van mij had een voetbalacademie; daar heb ik individuele trainingen gevolgd. Na enige tijd kwam ik in contact met TOP Oss. Ik zou na het einde van het seizoen op amateurbasis kunnen aansluiten. Ze speelden mee voor de play-offs en wilden op dat moment geen spelers laten aansluiten bij de eerste selectie, vanwege covid. We hielden contact, en in de voorbereiding op het nieuwe seizoen sloot ik alsnog aan. Ik speelde mee in een oefenwedstrijd tegen NEC, waarin ik scoorde en een assist gaf. Het plan was dat ik meer wedstrijden en trainingen mee zou spelen, maar ik was niet de enige. De club had behoorlijk veel jongens op proef. Veel jongens vertrokken uiteindelijk omdat TOP OSS niet heel open was in de communicatie met de nieuwe jongens. Ik vond dat we op dat moment een leuke ploeg hadden, maar helaas liep deze proefperiode, ondanks een leuke ervaring, op niets uit.
Het was voor mij de zoveelste domper, maar ik wilde niet opgeven. Net na de winterstop werd ik benaderd door VV GOES, een club uit de Derde divisie in Nederland. Ik sloot direct aan, met het doel om het seizoen daar af te maken. Helaas kreeg ik al vrij snel covid, waardoor ik de eerste competitiewedstrijd na de winterstop miste. Gelukkig herstelde ik binnen een week en stond ik in een mum van tijd weer op het veld. De assistent-trainer gaf aan dat hij tevreden was, en in de eerstvolgende wedstrijd maakte ik als invaller vijf minuten voor tijd mijn debuut. Toch bleef mijn lichaam signalen afgeven waar ik last van had. Zo was ik snel vermoeid, en na onderzoek bleek dat ik long covid had. Een harde klap! Er werd een herstelplan opgesteld; ik zou minder met de groep en meer individueel gaan trainen. Ik zou voornamelijk kracht- en conditietraining gaan volgen, om daarna weer bij de groep aan te sluiten. De club wilde met mij in gesprek, en ik kreeg de mededeling dat ze een spits wilden die direct beschikbaar was. Ik had long covid en was dus niet direct beschikbaar. Ze gaven aan dat ze mijn contract wilden ontbinden, en toen begon het een beetje vervelend te worden. Na veel gedoe heb ik uiteindelijk na een half jaar mijn wedstrijdbonussen en reiskosten uitbetaald gekregen. Mijn volledige salaris heb ik, net als een paar medespelers, nog steeds niet ontvangen. Eigenlijk ben ik dus onder valse voorwendselen naar de club gehaald. Dit verhaal heeft destijds ook in de media gestaan. Veel nieuwe jongens hebben mede hierdoor hun contract laten ontbinden. Op zich vind ik het nog steeds jammer. We hadden een mooie spelersgroep met veel kwaliteit. Maar als het een welles-nietesverhaal wordt, is het voor mij snel afgelopen. En dus zat ik vanaf dat moment zonder club.
Een goede vriend van mij, Ryan, woont op Bonaire. We spraken weleens over voetbal, en vanuit het niets vroeg hij mij of ik naar het eiland wilde komen om voor SV Uruguay te spelen. Ik had er nog nooit van gehoord. Daarnaast kon hij misschien ook regelen dat ik voor Bonaire kon uitkomen, met het oog op de kwalificaties voor de Gold Cup en de wedstrijden in de Nations League. Hij had mensen gesproken van de voetbalbond, en zij zouden mij graag in het team willen hebben. Het klonk allemaal wel heel ideaal, maar ik had niets. Het kon alleen maar beter gaan, was mijn gedachte.
Om voor Bonaire te mogen uitkomen, had ik een dubbel paspoort nodig. Veel papierwerk, maar de voetbalbond pakte dit op. Ik tekende mijn contract bij SV Uruguay en ging op zoek naar een appartement. Dit werd voor mij geregeld. Het bleek dat Ryan al veel voorwerk had gedaan. Stempels en een werkvergunning waren dan ook snel geregeld. Ik maakte kennis met de Colombiaanse hoofdtrainer van de club. Mijn voordeel was dat ik de Spaanse taal al redelijk sprak en dus gemakkelijk contact kon leggen.
De volgende dag werd ik opgehaald door Ryan, en kwam ik in een heel andere wereld terecht. De club had een behoorlijk stadion, het veld was zwaar, maar het was ook enorm warm op het eiland. Mijn teamgenoten kwamen veelal van het eiland, maar ook van Curaçao en uit andere landen van Zuid-Amerika. Ik werd goed ontvangen en voelde me snel onderdeel van de groep. Het niveau verbaasde me in positieve zin; veel jongens konden aardig voetballen! Een paar Colombianen hadden zelfs op hoog niveau in hun eigen land gespeeld. Aan het eind van de week speelden we een wedstrijd en maakte ik mijn debuut voor de club.
SV Uruguay is een heel hechte club, een soort familieclub. Dit komt ook doordat ze zich met name richten op jeugdvoetbal. De jeugdafdeling is de grootste van het eiland, en elk jaar wordt dan ook vrijwel alles gewonnen. De doorstroming richting de senioren is goed. Sommige jongens spelen ook voor het nationale elftal. De eigen opleiding van spelers is iets waarmee de club zich echt onderscheidt in het land.
Op het eiland leeft het voetbal enorm, maar een groot gedeelte van de bewoners heeft geen voorkeur voor een specifieke club. Ze komen puur voor het spelletje en de sfeer. Je moet het zien als een avondje uit. De wedstrijden worden allemaal in het binnenland gespeeld. Het nationale stadion, waar normaliter alle wedstrijden worden gespeeld, was afgekeurd vanwege het slechte veld.
Het voetbal op Bonaire is vooral een fysiek spelletje. Om elke bal wordt gevochten. De sfeer onderling en op de tribune is goed. Juist die sfeer maakt het ook dat de tribunes lekker vol zitten. Op Bonaire schijnt elke dag de zon. Het is voor mij belangrijk om een vast ritme aan te houden. Zo ga ik in de ochtend vaak naar de sportschool en lig ik in de middag vaak op het strand. Vanuit de club hebben we niet echt een vast schema. We trainen vaak één keer per dag, en voor een belangrijke wedstrijd soms twee keer. Ik houd dus veel vrije tijd over. Het leven op het eiland is geweldig. Het voelt als vakantie. Het is heel relaxed, hoewel het soms erg pittig is om met 40 graden te trainen. Gelukkig lukt het me goed om te ontspannen. Ik verblijf in een resort van mensen met wie ik bevriend ben geraakt. Ik heb veel mensen leren kennen op het eiland.
Het leven op Bonaire is heel stabiel en relaxed. Van tevoren had ik wel verhalen gehoord over criminaliteit, maar dat valt reuze mee. Ik denk dat Nederland in sommige gevallen veel kan leren van hoe het leven op Bonaire is. Neem alleen al de rust; in Nederland is alles zo gejaagd. Als men op Bonaire afspreekt om half acht te gaan trainen, dan weet je van tevoren al dat sommigen pas rond acht uur op het veld staan; niemand die er iets van zegt. Het is de mentaliteit hier. In het begin was het even wennen, maar na enige tijd wen je er wel aan en kun je er soms ook gewoon hard om lachen.
In de competitie eindigden we in de top-6, wat betekende dat we ons hadden gekwalificeerd voor de play-offs. Helaas voor ons lagen we er al vrij snel uit. De laatste wedstrijd eindigde in 0-0, maar werd afgesloten met een grote vechtpartij. We waren volop in de aanval toen de scheidsrechter affloot. Net op dat moment maakte een tegenstander een overtreding van achteren op één van mijn teamgenoten. Binnen enkele seconden stond de halve tribune op het veld met elkaar te knokken. Gelukkig was ik al gewisseld, waardoor ik het vanaf de kant bekeek. Buiten stonden supportersgroepen de spelers op te wachten. Er heerste een grimmige sfeer, en wij als spelers mochten het gebouw dan ook niet verlaten. De politie probeerde de boel te sussen, en na een uur mochten we naar buiten. Ik kon overal zo tussendoor lopen, maar sommige jongens moesten onder begeleiding naar buiten.
Aan het eind van het seizoen stonden de finalewedstrijden om de beker op het programma. We hadden een goede voorbereiding, en wonnen de halve finale met 5-2. In de week voorafgaand aan deze wedstrijd had het vooral geregend; het veld was eigenlijk veel te nat om op te voetballen. Toch speelden we misschien wel de beste wedstrijd van het seizoen. In de finale speelden we tegen Ariba Peru. Ik maakte de openingsgoal na tien minuten spelen, en niet lang daarna speelden we met tien man, omdat één van onze spelers met rood van het veld werd gestuurd. De eindstand werd 1-1, en dus moesten strafschoppen beslissen wie er zou winnen. Helaas trokken we aan het kortste eind; we verloren met 6-5. De beleving op de tribunes was chaotisch, maar erg leuk om mee te maken. Na elke overtreding werd er luidruchtig geschreeuwd en supporters naaiden elkaar op.
Eigenlijk kijk ik heel positief terug op mijn carrière tot dusver. Ik ben trots op wat ik heb bereikt en op het feit dat ik er altijd voor de volle honderd procent voor ben blijven gaan, ondanks de vele tegenslagen. Wat ik vooral heb geleerd, is dat mensen vaak zeggen dat iets niet haalbaar is. Mensen zullen altijd een mening hebben, maar ik heb het in veel gevallen naast mij neer kunnen leggen. Ik ben altijd voor mijn doelen gegaan; daar komt veel discipline bij kijken. Ik ben op plekken geweest waar ik anders nooit zou zijn gekomen. Ik heb op een mooi niveau mogen spelen waar ik anders nooit zou hebben gespeeld. Mijn doel om ooit te kunnen leven van het voetballen is uiteindelijk gewoon behaald!
De voetbalwereld is een harde wereld, waarin je lang niet iedereen kunt vertrouwen. Als het goed gaat, is iedereen je vriend en wil iedereen je helpen, vooral zaakwaarnemers die dan iets aan je hopen te verdienen. Maar als het minder gaat en je als voetballer iemand nodig hebt, zijn er weinig mensen bij wie je terecht kunt. De voetbalwereld heeft helaas veel rotte appels en onbetrouwbare mensen. Je moet dus stevig in je schoenen staan en vertrouwen blijven houden in jezelf. Daarnaast is een goede band met familie en echte vrienden heel belangrijk.
De komende jaren wil ik nog meer uit mijn sportieve carrière halen. Ik wil kijken waar mijn plafond ligt en ben benieuwd welke avonturen nog meer op mijn pad zullen komen. Het is belangrijk dat je de juiste mensen kent, en het moet je ook gegund worden. Naast Nederland blijft Spanje toch ook een land waar ik graag nogmaals zou spelen. Ik heb daar zo genoten van de sfeer, de beleving, het niveau en het leven daar. Dat zou ik graag nog een keer willen meemaken, maar een avontuur buiten Europa, in bijvoorbeeld Amerika of Azië, zal ik ook zeker niet direct afslaan!’