Volgens wereldvoetbalbond FIFA werd de allereerste officiële interland op 1 mei 1904 gespeeld in de chique Brusselse wijk Ukkel. België speelde in het Ganzenvijver-stadion (Vivier d’Oie) tegen Frankrijk. De wedstrijd eindigde in 3-3.
Foto: Archief Panenka Magazine
Omdat voetbal in die jaren nog een elitesport was zaten er op de tribune vooral deftige heren met (bol)hoeden en indrukwekkende snorren. Pas drie weken na deze wedstrijd werd in Parijs de FIFA opgericht, maar de Wereldvoetbalbond beschouwt de partij op de Ganzenvijver wel als haar eerste officiële interland.
Dit mede omdat diverse oprichters, onder wie de Belg Louis Muhlinghaus en de Franse eerste FIFA-president Robert Guérin, bij het duel in Brussel aanwezig waren en daar besloten een grote internationale bond te starten.
Warm water
De Ganzenvijver was jarenlang de thuisbasis van voetbalclub Royal Racing Club Brussel, maar tegen een bal wordt er thans niet meer getrapt in dit stadion. Tegenwoordig is Racing een hockey- en tennisvereniging, waarvan de hockeytak op het hoogste Belgische niveau speelt.
De fraaie historische hoofdtribune, gebouwd in 1902, kijkt vandaag de dag uit op een modern hockeyveld. Het stadion werd oorspronkelijk gebouwd toen het enorm populaire Racing rond 1900 een groter ultramodern complex noodzakelijk achtte. Het bouwwerk was de allereerste overdekte betonnen voetbaltribune van het Europese vasteland en kreeg zelfs kleedkamers met warm stromend water en een tribune met afdak voor 1.500 bezoekers.
Toegangspoort
De grijze betonnen toegangspoort mag er ook wezen. Die werd gebouwd tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog en staat nog altijd fier overeind. Wie echter denkt via deze poort makkelijk de velden te kunnen betreden heeft het mis. De toegang wordt anno 2019 versperd door een hek. De poort werd in 2010 tot Brussels monument verklaard en geniet dus bescherming. Geen slecht idee voor het belangwekkende historische complex, dat is gelegen aan de Racinglaan; een fraaie vernoeming die duidelijk maakt hoe groot de glorierijke club ooit is geweest.
Foto: Archief Panenka Magazine
Na een omloopje zie je al snel de fraaie Ganzenvijver-tribune liggen. Het is een streling voor het nostalgische oog, maar in verval geraakt en gestut door een steiger. De VIP-loge ziet er nog wel goed uit, met fraaie groene stoeltjes van de businessclub. Ook de letters RCB (afkorting van Racing Club Brussel) die in de vorm van boomtakken in het stadion verwerkt zitten, mogen er zijn. De Ganzenvijver-tribune kan nog altijd zo’n 800 bezoekers herbergen.
De rest van het complex heeft de tand des tijds niet doorstaan, hoewel de staantribune met wat fantasie zichtbaar blijft onder het schuin oplopende grasperk langs het veld. Dat is niet veranderd. In het verleden bezat Racing ook nog een cricketafdeling. Binnen in het fraaie bijgebouw kan je nog een fraai scorebord uit deze tijd aanschouwen. Vergane glorie, het blijft onweerstaanbaar...
Landskampioen
Volgens de Belgische auteur Kurt Deswert is de Ganzenvijver historisch gezien een van de tien belangrijkste stadions ter wereld, zo laat hij weten in zijn boek Aftrap in Brussel. Na FIFA-oprichter Mulinghaus kreeg Racing, en dus ook België, in 1954 zijn eigen FIFA-president in de figuur van Rodolphe Seeldrayers. Overigens was ook de latere Braziliaanse FIFA-voorzitter Havelange oorspronkelijk van Belgische komaf; niet misselijk voor een relatief klein voetballand.
Racing speelde op de Ganzenvijver tot 1948 en behaalde er zijn allergrootste successen. Rond 1900 werd de club maar liefst zesmaal Belgisch landskampioen, voor het laatst in 1908. Vier jaar later wist de club ook nog de Belgische beker te pakken, maar daarna zette de neergang zich in. De mythische Ganzenvijvertribune overleefde wonder boven wonder de Eerste Wereldoorlog, maar vanaf die tijd ging het met de club steeds verder bergafwaarts.
Drie jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog verhuisde Racing naar het verderop gelegen Drie-Linden-Stadion in Bosvoorde, nadat de club was terug gepromoveerd naar de hoogste Belgische divisie en de Ganzenvijver te klein was geworden om de supporters te huisvesten. In het nieuwe stadion te Bosvoorde konden 40.000 toeschouwers, maar de echte gloriejaren lagen toen al ver achter Racing. In 1963 fuseerde Racing met White Star AC, dat op haar beurt weer opging in het grote RWDM.
De cirkel is rond
Racing leeft nog voort in een club uit eerste provinciale. Na de vele fusies die de club kende, ging een gedeelte van Racing namelijk op in RRC Boitsfort. De letters RRC staan ook hier voor Royal Racing Club. Dat speelt, net als het eens zo grote Racing Brussel in het groteske Drie-Linden-Stadion. Over een (voetbal)cirkel rondmaken gesproken.