top of page

Paella Valenciana

‘Hacia la Victoria,’ joelt de uitzinnige mensenmassa onafgebroken. Iedereen, inclusief ikzelf, staat op de plastic stoelen van de terrassen op het Plaza del Valencia Club Futbol. Horden mensen dringen samen langs de straatkant. Ze zwaaien met witte vlaggetjes. Even verderop ontvlammen fakkels. Duizenden aanhangers van de volksclub zijn in afwachting van de spelersbus. Als die eindelijk arriveert, explodeert de menigte. Luid zingend bestormt de euforische schare fanáticos de luxe touringcar.


Foto's: Tom Bodde


Het is twee uur voor aftrap van de subtopper Valencia CF–FC Sevilla. Samen met enkele reisgenoten geniet ik van de gepassioneerde taferelen. Drie uur later valt de eerste goal in Campo Mestalla. De ontlading onder de 50.000 toeschouwers bezorgt mij kippenvel op de armen. Tijdens twintig jaar groundhoppen zag ik wedstrijden in meer dan duizend stadions, en tóch ben ik weer overdonderd.

 

Valencia Club de Fútbol

De zesvoudig landskampioen van Spanje wordt in 1919 opgericht. Het logo bestaat uit een vleermuis, al eeuwen het symbool van de stad. De bijnaam van de club is dan ook Los Murciélagos (de vleermuizen). Hier komen ook de zwarte broeken vandaan. De witte shirts zijn ooit overgenomen van Engelse handelaren die overkwamen voor sinaasappelhandel. De traditieclub kent een roemruchte historie. VCF had grote successen (vooral in de jaren veertig van de vorige eeuw en het begin van de 21ste eeuw), maar kende ook diepe dalen; meestal veroorzaakt door financieel mismanagement. De zevenvoudig winnaar van de Copa del Rey (Spaanse Beker) veroverde in 1980 de Europa Cup II en won één keer de UEFA Cup (2004). In 2000 en 2001 waren ze verliezend finalist in de Champions League.

 

Campo Mestalla

Al in 1923 verhuisde Los Murciélagos naar het huidige Campo Mestalla, wat mij betreft de mooiste voetbaltempel van het Iberisch schiereiland. Het is gelegen in de gelijknamige wijk, op een kwartiertje lopen vanuit het centrum. Vanaf de buitenkant lijkt het stadion op een betonnen flatgebouw. Binnen klimmen de tribunes met een stijgingspercentage dat bergbeklimmers in vervoering brengt. De drie ringen rijzen zo hoog en steil op, dat de toeschouwers als het ware bovenop de wedstrijd zitten.

 

Stadiontour

Tijdens één van mijn bezoeken aan Valencia nam ik deel aan een stadiontour waarbij je onder meer een kijkje neemt in kleedkamers. Een aanrader! In de gewelven, waar nostalgie en heden om en om de aandacht vragen, kan je uren rondkijken. In het stadionrestaurant hangen foto's in stemmig zwart-wit, als weerslag van het verleden. Pal naast de ingang hangt Johnny ‘Repp’, vreemd genoeg met twee p's. Iets verderop is plaats ingeruimd voor Faas Wilkes, ster uit de jaren vijftig, en in het vertrek naast de eregalerij vertellen foto's in felle kleuren het recente verleden. Het kampioenschap van 2002 wordt ruimschoots tentoongesteld, de eerste titel in 31 jaar met het gebeeldhouwde gezicht van de Argentijn Pablo Aimar en daarnaast het waterstofperoxide-kapsel van de flamboyante doelman Cañizares.

 

Gemoedelijk en gastvrij

Valencia is puur. Valencia is Barcelona in het klein, maar dan zonder de miljoenen toeristen. Wat mij tijdens mijn eerste bezoek aan de havenstad meteen opviel is de gemoedelijke bevolking. De inwoners houden van een praatje en zijn oprecht geïnteresseerd in hun gasten. Zelfs op een terrasje in het centrum zijn de obers vriendelijk en niet enkel uit op de inhoud van je portemonnee. Al uren voor aanvang van de wedstrijd tegen FC Sevilla hangen de supporters rond op de pleinen. In colonne lopen we richting Campo Mestalla.

 

Ondanks de grote naam hangt bij Valencia CF nog altijd de sfeer van een provincieclub: aan de achterzijde van de voetbaltempel stuitte ik eens op vier reusachtige pannen die boven een kampvuur waren geïnstalleerd. Bleek dat er gratis paella werd uitgedeeld! Tientallen supporters stonden gedisciplineerd in de rij te wachten op een portie. De dikke ‘madres’, die even eerder nog fanatiek roerden met meterslange lepels, schepten de Paella Valenciana in plastic wegwerpbakjes. Waar zie je zoiets nog in de huidige tijd van het commerciële voetbal?

 

Fancultuur

Aan de Avenida de Suècia, de weg langs de hoofdingang van Campo Mestalla, is het heerlijk struinen langs kraampjes met bondgekleurde fanartikelen. De clubkleuren van Valencia CF zijn dan wel wit en zwart, de kleur van de stad is oranje (sinaasappel) en de regionale vlag is rood en geel met een vleugje lichtblauw. Ook op de tribunes is het een bonte mengeling van kleurrijke shirts en sjaals. De fans kauwen zenuwachtig hele zakken zonnebloempitten leeg en in de rust verorberen ze massaal hun in zilverfolie verpakte ‘bocadillos’ met serranoham.

 

Wedstrijdbeleving

Naar goed Spaans gebruik arriveren de supporters ook in Mestalla pas op het laatste moment. Ze blijven het liefst zo lang mogelijk op het terras of drinken een biertje in één van de vele bars om het stadion. Wij zijn dan al een half uur binnen. Als het stokoude clublied tijdens de spelersopkomst door de speakers galmt, gaat het meteen goed los. Voor ons staan jongelui negentig minuten te zingen en te springen. We zitten hoog achter de goal. Doordat tribunes zo steil zijn en ook nog eens heel dicht op het veld gebouwd, kunnen we het doel onder ons alleen zien als we gaan staan. Het mag de pret niet drukken. De wedstrijd is voorbij voordat we er erg in hebben. De thuisclub scoort twee keer: twee ultieme momenten van groundhop-geluk.  

 


Nou Mestalla

Elke keer neem ik met weemoed afscheid van ‘mijn’ Mestalla. Ooit wordt het gesloopt. Het is oud en voldoet niet meer aan de eisen van het moderne voetbal. De grond is bovendien goud waard, zo dicht bij het centrum. Valencia CF heeft het geld hard nodig om aansluiting te houden bij de grote drie.

 

In één van de buitenwijken werd in 2006 gestart met de bouw van een nieuwe arena. Het project had drie jaar later, toen de club precies negentig jaar bestond, klaar moeten zijn. In februari 2009 is de bouw echter gestaakt vanwege financiële problemen. Het karwei is tot op de dag van vandaag niet hervat. Ondertussen tasten de elementen het onafgebouwde complex onherstelbaar aan. Nou Mestalla is een ‘lost ground’ zonder dat er ooit een bal rolde. Van mij mag dat eeuwig zo blijven…




 



Dit artikel verscheen eerder in Panenka 4




bottom of page